Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen keerde Joram [39]zijn hand, en vlood, en zeide tot Ahazia: [40]Het is bedrog, Ahazia! 39. Te weten, waarmede hij zichzelven omkeerde in den wagen, of zijn voerman de weet gaf, of ook zelf aan de strengen vatte, om den wagen af te wenden en de vlucht te nemen. Vergelijk 1 Kon.22:34. 40. Dat is, Jehu is bedriegelijk en verraderlijk hier gekomen om mij te overvallen en te vermoorden.